top of page

3ème et 4ème primaires

En 3ème et 4ème primaires, nous amenons les enfants à être de plus en plus autonomes dans leurs apprentissages. Notamment, en leur proposant des activités complémentaires et ludiques lorsqu’ils ont fini un travail (jeux sur les tables de multiplication, rallye lecture, activités de manipulation, etc.).
In het 3de en 4de leerjaar leren we de kinderen meer en meer zelfstandig de leerstof te verwerken. In het bijzonder door hen complementaire en ludieke activiteiten aan te bieden als ze een werk af hebben (spelletjes op de tafels van vermenigvuldiging, een leesrally, enz.)

Nous les encourageons également à être solidaires en formant des binômes (3-4) pour certaines tâches, en sollicitant l’entraide les uns avec les autres, etc.
We moedigen hen ook aan om solidair te zijn door werkgroepjes te vormen (3 – 4) voor sommige opdrachten, door wederzijdse hulp in te roepen, enz.
 

Nous insistons fortement sur les valeurs suivantes :
We hameren sterk op volgende waarden :

  • Le respect de soi et des autres, l’écoute de tout un chacun (des adultes et de ses pairs) et l’acceptation des différences.
    Het zelfrespect en het respect voor anderen, het luisteren naar elkaar (zowel naar volwassenen als naar schoolgenoten) en het aanvaarden van verschillen.

  • Être responsable de son travail : respecter les échéances données, rendre un travail soigné, etc.
    Verantwoordelijk zijn voor zijn werk : de opgelegde data respecteren, een verzorgd werk indienen, enz.

  • Être responsable et soigneux de son matériel et de celui de l’école. Chaque enfant se voit aussi attribuer une charge par semaine (rangement, tenue du calendrier, responsable de l’énergie, etc.) afin de contribuer au bon fonctionnement de la vie de la classe.
    Verantwoordelijk zijn voor zijn materiaal en er zorg voor dragen, alsook voor het materiaal van de school. Elke leerling krijgt ook een taak per week toegewezen (opruimen, kalender bijhouden, verantwoordelijk zijn voor de energie, enz.) om zo bij te dragen tot een goed functioneren van het klasleven.

  • Être curieux d’apprendre en les encourageant à poser des questions, en leur apprenant à mener des recherches et à faire part aux autres du résultat de celles-ci.
    Leergierig zijn door ze aan te sporen om vragen te stellen, door hen te laten opzoeken en de resultaten ervan mee te delen aan de anderen.
     

Les leçons de mathématiques et de français sont données en respectant le niveau de l’enfant (3ème - 4ème primaire).
Bij de lessen wiskunde en Frans wordt er steeds rekening gehouden met het niveau van het kind (3de en 4de leerjaar).

Les leçons d’éveil et de néerlandais se déroulent en commun sur les 2 niveaux.
De lessen wereldoriënatie en Nederlands verlopen gezamenlijk op de 2 niveaus.
 

Une semaine comprend :
Een week bestaat uit :

  • 12 périodes de cours en français ;
    12 periodes Frans ;

  • 12 périodes de cours en néerlandais ;
    12 periodes Nederlands ;

  • 2 périodes de cours philosophiques ;
    2 periodes filosofische vakken ;

  • 2 périodes d'éducation physique ou de natation (tous les 15 jours).
    2 periodes lichamelijke opvoeding en zwemmen (om de twee weken).

En plus, afin de vivre pleinement l’immersion en néerlandais, des activités variées sont organisées en Flandres (sorties à la bibliothèque, rencontres avec des élèves néerlandophones, visites au musée, etc.).
Bovendien, om de immersie in het Nederlands volledig te beleven, worden er gevarieerde activiteiten in Vlaanderen georganiseerd (uitstappen naar de bib, ontmoetingen met Nederlandstalige leerlingen, museabezoeken, enz.)

Tous les deux ans, nous partons aussi une semaine en classe de forêt.
Om de twee jaar vertrekken deze leerjaren ook samen op bosklas.

bottom of page